Je kunt verschillende veersterktes gebruiken om het toerentalbereik te bepalen waarbij de koppeling moet aangrijpen. Met hardere veren grijpt de koppeling aan bij hogere toerentallen. In de regel zijn hardere veren nodig als er een sportuitlaatsysteem is gemonteerd. Dit heeft minder koppel in het lagere toerentalbereik dan het originele uitlaatsysteem. De veren moeten echter niet te hard worden gekozen. Anders kan het gebeuren dat de vario al begint te overtoeren zonder dat de scooter is gestart. Het effect is dan dat ondanks de hardste koppelingsveren, de motor start alsof hij in de tweede versnelling staat en traag is totdat hij de werksnelheid van de uitlaat bereikt. Lichtere gewichten en een controle van de V-snaar en riemschijven kunnen hier helpen. In het ideale geval loopt de V-riem in de variator met de kleinst mogelijke radius en in de achterste converter met de grootst mogelijke radius. Dit geeft de kleinst mogelijke startondersteuning, waardoor de scooter de beste acceleratie vanuit stilstand kan bereiken.