Functie SI-sproeierblok
Er is altijd een bepaald brandstofniveau in het sproeierblokgebied van de SI-carburateur (afhankelijk van het vulniveau in de vlotterkamer). Dit betekent dat er zich een benzinekolom onder de verstuivingsbuis bevindt (die naar het inlaatgedeelte van de carburateur leidt). Om deze reden raden we ook af om zogenaamde vlotterkamerafstandhouders te gebruiken. Hoewel deze het vulniveau in de carburateur verhogen, zorgen ze ook voor een hoger niveau in het verstuiverblokgebied, waardoor de premix niet meer goed kan werken en er benzine uit de verstuiver rechtstreeks in de motor kan lopen (weglopen). Het eigenlijke probleem is niet een te klein volume van de wervelkamer, maar een afstelling via de luchtstraal.
De hoeveelheid benzine die naar binnen stroomt wordt helemaal onderaan bepaald door middel van de hoofdsproeier. In het midden zit de zogenaamde mengbuis (bijv. BE3), half in de benzine, half in de lucht. De hoeveelheid lucht die erin stroomt, wordt van bovenaf bepaald door de luchtsproeier.
MIXING TUBE
Het voorschuimproces in de mengbuis is zeer complex en sterk afhankelijk van druk/snelheid. De mengbuis heeft verschillende dwarsboringen. Sommige daarvan bevinden zich op benzineniveau, andere daarbuiten in het luchtgebied. Afhankelijk van de grootte, hoeveelheid en plaatsing van de gaten resulteert dit in verschillend voorschuimgedrag.
Opgemerkt moet worden dat er over het algemeen niet zoiets bestaat als een mengbuis die per se vet of mager is.
Als een ruwe richtlijn is het daarom het beste om een leveringskarakteristiek te tonen in relatie tot de snelheid.
BE4 - BE6 - BE5 - BE1 - BE3 - BE2
In deze lijst, van links naar rechts, heeft de mengbuis de neiging om vet te zijn bij lage snelheid en mager bij hoge snelheid. Het geheel kantelt dan overeenkomstig en wordt arm bij lage snelheid en rijk bij hoge snelheid.
Let op: De mengbuizen hebben effect over een zeer breed toerentalbereik. Een BE4-mengbuis bijvoorbeeld smeert sterk net boven de stationairschuifstand. Een BE2 daarentegen is relatief arm in het lage bereik, maar smeert sterk aan de bovenkant.
De meest gebruikte BE3-mengbuis dekt 90% van alle SI-carburateurtoepassingen. De gebruikte gasschuif moet hier echter ook worden gecontroleerd (zie SI-schuif).
TIP
De combinatie van luchtsproeier 160 met mengbuis BE3 is in bijna alle gevallen voldoende. Als de filtervoet wordt uitgeboord en/of een resonantie-uitlaat wordt geïnstalleerd, kan de mengbuis worden vervangen door BE2 en de luchtsproeier eventueel door 140.
(VS)