De inlaattrechter vervangt het originele luchtfilter.
Een verhoging van de prestaties wordt voornamelijk bereikt door de sterk oververdeelde stroom naar de luchtcorrectieverstuivers. Hierdoor leunt het mengsel meer naarmate het motortoerental toeneemt dan met het standaard luchtfilter (het standaard luchtfilter dekt het sproeierblok (hoofdsproeierblok en stationair sproeierblok) gedeeltelijk af en zorgt zo voor een lineaire functie van de luchtcorrectie).
Correctie van de luchtsproeiers
Met een aanzuigtrechter moet de luchtcorrectie daarom hoger worden ingesteld dan de instelling met het originele luchtfilter. Bijvoorbeeld: Luchtcorrectie hoofdsproeier voorraad: #160 moet worden verlaagd naar #140. De secundaire straal, die uit twee delen bestaat met een permanent geïntegreerde luchtcorrectiestraal, moet ook hoger worden ingesteld. De luchtcorrectiecomponent is ook hier doorslaggevend, niet de grootte van de benzine-inlaatboring. In het geval van de secundaire straal wordt 55/160 55/140 of 55/120.
Correctie van het benzineaandeel
Als het luchtcorrectieaandeel niet wordt veranderd, moet de benzinezijde van de sproeierblokken zwaar worden ingevet. Dit betekent dat de hoofdsproeier onevenredig moet worden vergroot om de grotere leunwijdte van de luchtcorrectie te compenseren. In de regel leidt dit echter tot een zeer sterk vervet toerencentrum, waardoor de motor niet zuiver kan draaien bij deellast.