Dit verwijst naar een extra sproeisysteem dat alleen wordt geactiveerd bij volle belasting. De straal die hiervoor verantwoordelijk is, bevindt zich meestal dicht bij de luchtinlaat van de carburateur. Als er onder volle belasting een groot vacuüm ontstaat in de randzone van de inlaattrechter, waar de sproeier is geplaatst, wordt er benzine in de luchtstroom gespoten via een slang die is aangesloten op de Powerjet-spuitmond. De slang stroomt in de vlotterkamer en zuigt van daaruit de brandstof aan. In de regel ziet dit eruit als een stijgbuis, maar tijdens het gebruik kun je op een testbank met een doorzichtige slang ook heel duidelijk zien hoe het benzineniveau blijft stijgen als het motortoerental toeneemt en de carburateurschuif opengaat, om vervolgens de Powerjet sproeier van brandstof te voorzien.
Het doel van deze technologie is om zwaarbelaste tweetakt racemotoren in het volle belastingbereik veiliger te maken wat betreft hun gevoeligheid voor oververhitting.
De grootte van de Powerjet sproeier wordt echter niet toegevoegd, maar de eigenlijke hoofdsproeier wordt in verhouding kleiner gekozen. Dit heeft als voordeel dat de gasrespons en de vermogenscurve meestal beter zijn zonder dat de motor vastloopt bij volgas. Dit betekent dat een racemotor ook zuiniger en netter kan worden afgezet.
Vooral bij een zeer steile stijging in de vermogenscurve en een meestal daarmee gepaard gaande slechte vermogenscurve in het lagere toerengebied, kan het Powerjet systeem helpen om een goed bestuurbare motor te realiseren.
Gebruikt in
: