Een andere speciale eigenschap is de verschillende kerndiameters van de schroefdraad. De kant die in het motorhuis wordt geschroefd, heeft een iets grotere kerndiameter dan de kant van de cilinderkop. Door deze overmaat kunnen de bouten relatief vast in de behuizing worden geschroefd, maar blijven ze in de behuizing zitten, zelfs als de cilinderkopmoeren worden losgedraaid en niet draaien.
De kant die naar de cilinderkop moet wijzen, is gemarkeerd met een smalle groef die helemaal rond loopt. Oudere tapeinden hebben een centerpen aan de bovenkant van het tapeind.
Sommige Piaggio-bouten hebben al een in de fabriek aangebrachte (meestal blauwe) draadborgmiddel. Dit markeert de kant die in het motorhuis moet worden geschroefd.